Jorien Schermers in Angola: “Het meisje kon elk moment overlijden, de moeder stond machteloos”

03 mei 2017 16:55

In november 2016 was Jorien Schermers, programmamedewerker bij World Vision, op bezoek bij het noodhulpprogramma van World Vision in Angola. World Vision zet zich in voor Angola omdat het een van de landen is waar ondervoeding is. In Angola heerst extreme droogte en is de inkomensongelijkheid erg hoog. Angola is één van de landen waar de opbrengst van Zip your Lip naartoe gaat. De financiering van dit project ontvangen we van ECHO.

 “Angola is getroffen door het El Niño fenomeen. Er was extreme droogte in het land. Hierdoor zijn de oogsten mislukt en is de voedselonzekerheid toegenomen. Daarnaast heeft Angola ook te maken met veel chronische problemen, zoals inkomensongelijkheid en beperkte capaciteit van ziekenhuizen.”

“Er wordt gemeten of een kind ondervoed is aan de hand van een bandje met 4 gekleurde zones”

Het project van World Vision in Angola
“World Vision focust zich op de behandeling van ondervoeding. In Angola zijn twee soorten centra opgezet: een outpatient- en een inpatientcentrum. We gaan allereerst naar een gemeenschap toe met vrijwilligers, en daar trommelen we alle vrouwen en kinderen op om bijeen te komen. We geven de vrouwen eerst les, over bijvoorbeeld het belang van borstvoeding in het eerste jaar. Daarna worden alle kinderen gescreend, en worden ze gemeten met behulp van een MUAC (Middle Uppe Arm Circumference). Dit is een bandje met 4 gekleurde zones waarmee het bovenarmpje van het kind wordt opgemeten. Rood betekent ernstig ondervoed. Als een kindje ondervoed is, krijgt het meteen Plumpy’nut. Dit is een pindakaasmengsel waaraan plantaardige olie, melkpoeder, hoogwaardige proteïnen, vitaminen en mineralen zijn toegevoegd. Het bevat 500 Kcal per zakje en wordt razendsnel in het lichaam opgenomen waardoor het ondervoede kindje binnen een aantal weken weer op krachten is. Daarna wordt het kind doorverwezen naar een outpatientcentrum waar hij of zij verdere behandeling ontvangt. Als er ook medische complicaties bij komen kijken, zoals hongerbuik, wordt het kind doorverwezen naar het inpatientcentrum. Daar moet het kind dan een aantal dagen of weken met de moeder verblijven. Daarnaast krijgen de moeders van deze kinderen een pakket met zaden om zo toegang tot voedsel te vergroten op niveau van het huishouden.”

Kliniek in Angola
“We zijn bijvoorbeeld bij een kliniek geweest waar de kinderen er heel ernstig aan toe zijn. Er waren te weinig bedden, waardoor sommige moeders met hun kinderen gewoon op de grond moesten liggen. De klamboe netten rondom de bedden waren kapot en er vlogen veel vliegen rond. Ook was er een tekort aan medicijnen. Er was maar één dokter aanwezig. In diezelfde kliniek was een vrouw met haar dochtertje aanwezig. Het meisje was er slecht aan toe. Het was moeilijk om te zien dat de moeder in die situatie ook machteloos staat en dat het meisje eigenlijk elk moment kan overlijden.”

“World Vision werkt nauw samen met lokale overheid en bevolking”


Nauwe samenwerking met lokale overheid en bevolking
“Het mooiste aan het werk van World Vision vind ik dat er heel nauw wordt samengewerkt met de lokale overheid en de lokale bevolking. Dus als er een screening van een kind wordt gedaan, dan gaat er een gezondheidswerker mee, maar ook een supervisor van de gemeente. De medewerkers van de gemeente en van de ziekenhuizen worden ook getraind in de aanpak van ondervoeding. Dus het is niet zo dat World Vision daar een paar jaar komt werken, het werk alleen doet, en daarna de mensen weer aan hun lot over laat.  Het is echt een samenwerking met de lokale overheid om iets aan de problemen te doen. Zo wordt de verantwoordelijkheid ook verdeeld. Verder vond ik het mooi om te zien dat het werk van World Vision écht werkt en dat de gevolgen positief zijn. We waren bijvoorbeeld ’s ochtends een keer in een outpatient-kliniek. Daar was een kindje met ernstige ondervoeding. Het kind had nog geen hongerbuik, maar moest wel meteen doorverwezen worden naar een inpatient-kliniek. Er werd echt tegen de moeder gezegd dat het erg belangrijk is dat ze daarheen ging. ’s Middags waren we bij de inpatient-kliniek aanwezig, en daar zat die moeder toen ook met haar kind. Het is fijn en mooi om te zien dat de doorverwijzing dan goed gaat, en dat dit kindje daardoor echt geholpen kan worden.”